Regio - Op de facebookpagina van team Haringvliet van de politie is een verhaal uit de praktijk gepost van een agent. Deze agent vertelt zijn verhaal in verband met Moederdag 2017. Moeder: wie is zij eigenlijk... Lees hieronder: "Met de deur in huis."

Met de deur in huis

"Als men hoort dat ik bij de politie werk concludeert men vaak dat ik dan zeker nog wel eens wat meemaak. “Eh..ja…best wel”, stamel ik dan. Ik vertel eigenlijk nooit echt in detail wat ik dan precies meemaak, maar het zet me wel eens aan het denken. Niet dat ik alles maar gewoon vind, maar kennelijk stop je als mens ook vaak dingen diep in je geheugen weg. Natuurlijk zijn er meldingen die er uit springen. Die je nooit meer zal vergeten.

Zo werden mijn collega en ik een aantal jaar geleden naar een woning gestuurd door de meldkamer. Het was een rustige nachtdienst toen de meldkamer rond een uur of 03:00 uur opriep. “Wilt u gaan naar de ….Singel. Een mevrouw die daar woont belt ons in paniek op en zegt dat het hele huis onder het bloed zit. Ze kan of wil ons niet vertellen wat er aan de hand is, maar zij laat de deur voor u op een kier zodat u naar binnen kunt. Let er op dat het mogelijk een Plaats Delict is.” Daar waar het lichaam en de geest eerder die nacht riepen om slaap, waren we op dat moment klaar wakker. Een melding als deze kon alles betekenen. Eén ding was zeker: bloed is geen goed teken!

Aangekomen betrof het een galerijwoning. De ambulance was ook al aanrijdend, maar wij waren al aardig in de buurt en dus eerder ter plaatse. Ergens op de derde etage bleek een deur inderdaad op een kier. Voorzichtig duwden wij de deur verder open en wierpen een eerste blik naar binnen. Niks. Maar bij de eerste stap in het halletje roken wij een zware ijzeren geur. De geur van bloed. De eerste spetters werden zichtbaar en bij elke stap die wij verder in de woning plaatsten werden de bloedspetters groter. Het werden bloedplasjes en de bloedspatjes op de muur werden vegen. Wij bereidden ons voor op het ergste toen wij uit een kamertje een zacht stemmetje om hulp hoorden roepen. Er nog steeds vanuit gaan dat er een ernstig misdrijf was gepleegd, benaderden wij voorzichtig de kamer waar vanuit de hulpvraag kwam. Voor het kamertje lagen bebloede glasscherven. Het kamertje bleek een slaapkamer. Op het bed zagen wij een oudere dame van een jaar of 70 op haar buik liggen. Zij was slecht gekleed in een onderbroekje. Haar nachtpon lag gescheurd en bebloed naast haar op de grond. Maar wat vooral opviel was een enorme glasscherf die uit haar rug stak. Hoewel erg versuft, vermoedelijk door het bloedverlies, kon zijn nog wel vertellen wat zich even daarvoor in de woning had afgespeeld. Zij vertelde dat zij nog niet zolang weduwe was en nogal onrustig sliep. Zij was ook die nacht onrustig geweest en of zij nu geslaapwandeld had of nog niet helemaal wakker was, zij was haar bed uit gegaan. De slaapkamerdeur die voor een groot gedeelte uit glas bestond had zij kennelijk niet of nauwelijks geopend, terwijl zij wel de slaapkamer was uitgestapt. Zij was dwars door de ruit gelopen dan wel gevallen, met snijwonden en een groot stuk glas in haar rug als gevolg. Van een misdrijf gelukkig geen sprake maar het letsel was er wel naar. Gelukkig kwam de ambulance snel ter plaatse die de dame de eerste hulp bood. Het was al snel duidelijk dat zij voor behandeling naar het ziekenhuis moest. Wij vroegen haar wie wij voor haar moesten bellen, zodat diegene haar zou kunnen ondersteunen. Zij vertelde dat zij een zoon had die redelijk in de buurt woonde. In de ouderwetse telefoonklapper werd snel een telefoonnummer gevonden.

Ik belde en na een aantal keer overgaan nam een slaperige mannenstem op. Ik stelde mij voor en vertelde de man dat ik in de woning van zijn moeder stond. Ik vertelde hem meteen de reden van mijn aanwezigheid in de woning en vroeg hem om ook naar het ziekenhuis te gaan waar zijn moeder naar vervoerd zou worden. Zijn antwoord had ik niet verwacht. “Ja..uhhh…moet dat?”, vroeg de man. Ik: “Hoe bedoelt u?” De man: “Nou.. eh…moet ik per se naar het ziekenhuis. Ik bedoel ..is het nodig? Het is 03:00 uur en ik moet zo weer werken. Ik heb een belangrijke vergadering.”

De term ambtelijk boos was wat mij betreft niet van toepassing. Wat ik op dat moment voelde was oprechte boosheid. Om op dat moment toch zakelijk te blijven kostte enige moeite, maar het lukte redelijk. Ik sprak op langzame, doch op indringende wijze tegen de man de volgende zin: “Beste man. Hoewel ik niet kan inschatten hoe belangrijke de door u genoemde vergadering zal zijn, moet ik u toch wijzen op het feit dat uw moeder de enige reden is dat u überhaupt deelnemer kan zijn bij welke vergadering dan ook.” Deze kwam binnen. De man mompelde dat hij zijn kleding aan ging trekken en zijn moeder kwam ondersteunen. “Uw zoon komt eraan”, zei ik tegen de dame. Ik zag een kleine glimlach.