Middelharnis - Op zaterdagavond 26 februari 2022 (aanvang 20:00 uur) hoopt Paul Kieviet voor de 77e keer een Bachconcert te geven in de Hervormde kerk te Middelharnis. "Het is heel fijn dat er weer ruimte voor is!" Het 77e Bachconcert klinkt vanaf het koororgel en hoofdorgel, want naast het grote Leeflang-orgel hoopt Kieviet ook het Fama-koororgel te bespelen. "U en jij bent van harte welkom! De kerk biedt voldoende ruimte. De toegang is uw gift aan de uitgang." Lees het programma >>

Programma
Het programma bevat een uitgekiende afwisseling composities van de grote meester:

1. Sarabanda con Partite (BWV 990) – Met dit variatiewerk kunnen de verschillende stemmen van het koororgel op een prachtige manier worden gedemonstreerd. Bij het componeren nam Bach de ouverture van de opera Bellérophon van de Franse componist Jean-Baptiste Lully tot voorbeeld.

2. Preludium en Fuga in g (BWV 535) – Eén van de belangrijkste vroege werken van Bach, uit 1704. Hij was toen 19 jaar. Virtuoos, met in het Preludium een overvloed aan flitsende gebroken akkoorden, en in de Fuga een stevige rol voor het pedaal. De invloed van zijn grote voorbeeld Dietrich Buxtehude is heel goed merkbaar in dit zeer inspirerende werk.

3. Partite diverse sopra Ach, was soll ich Sünder machen? (BWV 770) – Eén van Bachs vier uitgebreide reeksen met variaties op een geestelijk lied. Tijdens zijn leertijd aan het gymnasium in Lüneburg (1700-1703) heeft hij naar alle waarschijnlijkheid les gehad van Georg Böhm, de organist van de Johanneskirche aldaar. Dit prachtige werk laat duidelijk de invloed van Böhm horen. Op allerlei manieren laat de jonge Bach zijn creativiteit los op dit indrukwekkende lied. Een mooie gelegenheid om het Leeflang-orgel nu eens in een veelheid aan “kleine” klankkleuren te laten horen.

4. Triosonate IV in e (BWV 528) – In zijn zes triosonates neemt Bach de vele sonates tot voorbeeld die zijn Italiaanse tijdgenoten schreven. Componisten zoals Vivaldi, Corelli en anderen schreven honderden sonates voor twee solo-instrumenten en basso continuo. Wat zij aan drie of vier mensen te doen gaven, laat Bach de organist in zijn eentje doen…. Oorspronkelijk geschreven als veeleisend studiemateriaal voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann, vormen de triosonates, vooral deze vierde, nog steeds een geweldige uitdaging voor de organist. Luisteraar en organist worden wel beloond!

5. Twee koralen uit de Leipziger Choräle: An Wasserflüssen Babylon (BWV 653) – Als twee druppels water lijkt dit stuk op de orgelkunst van zijn Franse tijdgenoot Francois Couperin (1668-1733): solo met de Dulciaan in de linkerhand, als een echte cromorne en taille – en Schmücke dich, o liebe Seele (BWV 654) – Het Lutherse avondmaalslied wordt hier op een zo vloeiende en innemende manier bewerkt dat het een diepe indruk achterlaat. Het was één van de lievelingsstukken van de negentiende-eeuwse componist Felix Mendelssohn.

6. Preludium en Fuga in e (BWV 548) – Onder organisten wel “de grote e-moll” genoemd, een werk van onovertroffen zeggingskracht. Het Preludium is geschreven als een Italiaans concerto, het thema van de Fuga heeft de vorm van een wig: twee lijnen die uit elkaar lopen. Een strakke interne organisatie van het Preludium en een ongekend dramatisch, improvisatie-achtig karakter van de Fuga maken dit werk tot een absolute topper!

Paul Kieviet (1964) studeerde aan het Rotterdams Conservatorium orgel (docerend musicus en uitvoerend musicus), kerkmuziek en theorie der muziek. In 1985 won hij het Nationaal Orgelconcours in Leiden. Hij is organist in Middelharnis en Sommelsdijk, en bouwde een uitgebreide en bloeiende lespraktijk op. Aan Muziekgebouw Goeree-Overflakkee geeft hij muziektheorie. In zijn concertpraktijk nemen Bachs meesterwerken een centrale plaats in.