Middelharnis - Op vrijdagavond 12 november 2021, om 20:00 uur hoopt Paul Kieviet te concerteren in de Hervormde Kerk te Middelharnis. Dit keer staan de Psalmen centraal, en speciaal die van Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621). "Op 16 oktober j.l. was het precies 400 jaar geleden dat hij overleed. U en jij bent van harte welkom. De toegang is uw gift aan de uitgang." Lees hieronder meer.

Vervolg

Naast Psalmcomposities van Sweelinck hoort u werken van Cor Kee, Jan Zwart, Paul Kieviet en Adriaan C. Schuurman.

We kennen Sweelinck nog wel van het biljet van 25 gulden; hoe vaak ging zijn beeltenis niet door onze handen, zonder dat we beseften dat we keken naar het afgebeelde gelaat van de grootste Nederlandse componist van alle tijden… Dit herdenkingsjaar is een goede reden om zijn prachtige Psalmbewerkingen in het zonnetje te zetten.

Sweelinck was – vanaf zijn 15e jaar! -organist van de Oude Kerk te Amsterdam. Vooral uit Noord-Duitsland trokken jonge musici zoals Scheidt en Scheidemann naar deze “organistenmaker”. Via deze leerlingen oefende hij een grote invloed uit op de orgelkunst van de zeventiende eeuw, zelfs tot op Bach toe. Niet alleen voor orgel componeerde hij, ook voor koor. Zijn vocale psalmbewerkingen zijn onovertroffen!

Van Sweelinck staan – deels op het koororgel – zijn bewerkingen over Psalm 116, Psalm 23 en Psalm 36 op het programma.

Een andere Amsterdamse orgelmeester, Cor Kee (1900-1997), schreef in 1948 Den 100sten Psalm. Een verrassende compositie! Boven de partituur staat: Deze psalm componeerde ik voor mijn zoon Piet, assistent-organist bij de Ned. Herv. Kerk te Amsterdam, o.a. van de Oude Kerk, “de kerk van onzen grooten Sweelinck” (!).

Het lijntje naar die andere Amsterdamse organist, Jan Zwart (1877-1937) – docent van Cor Kee – is maar kort. Vooral ook omdat Zwart een groot liefhebber was van de werken van Sweelinck. Hij riep de oude meester uit tot “vader van de gereformeerde orgelcultuur” en schreef vele lovende artikelen over hem. Zijn Elegisch voorspel over Psalm 51 is een prachtig voorbeeld van romantische koraalkunst.

Van de hand van Paul Kieviet zijn de Canonische variaties over Psalm 134. Gecomponeerd in 1988, naar het voorbeeld van “Einige canonische Veränderungen über das Weynacht-Lied Vom Himmel hoch da komm ich her” van Johann Sebastian Bach. Nu het werk onlangs werd uitgegeven door Boeijenga Music Publications in Leeuwarden, is dit een mooie reden om het uit te voeren. Vijf variaties waarin Bachs geniale voorbeeld met zijn complexe canontechniek nauwgezet is nagevolgd.

Toccata, Trio en Fuga over Psalm 150 van Adriaan C. Schuurman (1904-1998) is een topcompositie van de neo-barokke orgelkunst uit de twintigste eeuw. Ontstaan in 1953, één jaar na de bouw van het Middelharnisse orgel, is het dit instrument werkelijk op het lijf geschreven. De lofpsalm bij uitstek vindt hier een magistrale verklanking: “alles wat adem heeft…”. Schuurman was één van de belangrijkste Nederlandse twintigste-eeuwse kerkmusici. De Toccata is zeer overrompelend, het trio wordt gekenmerkt door een levendige en weerbarstige ritmiek, en de fuga is een subliem hoogtepunt van koraal-kunst: Schuurman maakt gebruik van allerlei compositorische hoogstandjes: canon, omkering en vergroting van het koraalthema. Aan het eind bereikt de fuga een grandioze bekroning waarbij het hele orgel open gaat.

Wat hebben onze Psalmen fantastische melodieën meegekregen, waarop we in allerlei stijlen mogen musiceren, componeren en improviseren!

Paul Kieviet (1964) studeerde aan het Rotterdams Conservatorium de hoofdvakken orgel (docerend musicus en uitvoerend musicus), kerkmuziek en theorie der muziek. In 1985 won hij het Nationaal Orgelconcours in Leiden. Hij is organist te Middelharnis en Sommelsdijk, en bouwde een uitgebreide en bloeiende les- en concertpraktijk op. Aan Muziekgebouw Goeree-Overflakkee geeft hij muziektheorie. Improvisatie studeerde hij bij Arie J. Keijzer en Klaas Bolt.