10 juni 2023, Regio - In overleg met de Nederlandse Vissersbond publiceert de redactie van Koole Media Service de columns van Johan K. Nooitgedagt (Voorzitter Nederlandse Vissersbond) onder rubriek 'Column' op iGO.nl. Johan: "Aanleg van windparken op zee, werkzame zandzuigers, grote scheepvaartroutes en de werkzaamheden aan olieplatforms produceren allemaal geluid onder water (..) zoveel herrie in zee dat dolfijnen naar elkaar moeten schreeuwen..." Lees hieronder de hele column van Nooitgedagt >>

Column: Kakofonie onder water

Zoveel herrie in zee dat dolfijnen naar elkaar moeten schreeuwen. Dat klopt. Aanleg van windparken op zee, werkzame zandzuigers, grote scheepvaartroutes en de werkzaamheden aan olieplatforms produceren allemaal geluid onder water en dat kan de onderwaterfauna behoorlijk beïnvloeden. Het geluid van deze activiteiten kan variëren van laagfrequente geluiden tot hoge frequenties, en het kan de communicatie, voortplanting, navigatie en het gedrag van veel zeedieren verstoren. Verschillende studies hebben al aangetoond dat geluidsoverlast onder water een negatief effect kan hebben op de zeedieren, waaronder walvissen, dolfijnen, zeehonden, vissen en zelfs plankton. Bijvoorbeeld, het geluid kan de route van migrerende walvissen verstoren, de jacht- en het prooigedrag van de dolfijnen beïnvloeden, en de communicatie tussen vissen (met name haringen) en het detecteren van roofdieren verstoren. Omdat er nog steeds nauwelijks enige regelgeving is om het onderwatergeluid in sommige gebieden te verminderen, wordt er nog steeds veel onderzoek gedaan naar de effecten van onderwatergeluid op zeedieren om de beste manieren van deze effecten te verminderen. Dit ondervonden de onderzoekers van de Universiteit van Bristol recent.

Een kakofonie van geluid onder water

Dolfijnen en bruinvissen zijn zeer vocale dieren en maken veel verschillende geluiden, waaronder klikken, fluitjes en pulsen. Deze geluiden dienen verschillende doeleinden, zoals het lokaliseren van prooien, het communiceren met soortgenoten en het navigeren in hun omgeving. Het is waar dat menselijke activiteiten zoals de aanleg van windmolens en de extra vaarbewegingen voor onderwaterbouw en sonar, geluidsoverlast kunnen veroorzaken in de oceanen. Dit kan schadelijk zijn voor dolfijnen en andere zeedieren, omdat het hun communicatie en jachtgedrag (voedsel) kan verstoren. In sommige gevallen kunnen deze geluiden zelfs leiden tot gehoorschade en stress bij deze dieren. Daarom is het belangrijk dat we met ons menselijk medegebruik ons bewust zijn van de impact op de oceanen en proberen de geluidsoverlast te verminderen door bijvoorbeeld het gebruik van stillere technologie en het beperken van bouwactiviteiten op gevoelige locaties. Zo kunnen we helpen om de natuurlijke omgeving van de zeedieren te beschermen om hun gezondheid en welzijn te waarborgen. Dit kan door het gebruik van geluiddempende materialen voor de constructie van offshore windmolens. Ook kan onderzoek naar de effecten van geluid op dolfijnen en ander zeeleven helpen bij het ontwikkelen van effectieve maatregelen om deze impact te verminderen. Het aanleggen van windmolens op zee is absoluut geen bestaand gebruik en het voorzorgprincipe voor de invloeden boven- en onderwater wordt niet toegepast. Dat kan achteraf een kwalijke zaak worden, maar dan is het al te laat.

Dolfijnen en bruinvissen

Dolfijnen zijn gebaat bij zo min mogelijk verstoring. Ze maken gebruik van fluittonen die uniek zijn voor elk individu. Zo weten soortgenoten met wie ze te maken hebben en waar de roep vandaan komt. Dat is belangrijk omdat ze zo samen naar voedsel kunnen zoeken. In Nederland worden in een aantal gevallen bellenschermen gebruikt om het geluid te filteren, maar dat helpt bij bruinvissen maar voor 50%. Dus alle soorten zijn hier lang niet mee geholpen. Onderzoekers hebben gezien dat zeehonden nog op tientallen zeemijlen afstand stressvol reageerden op het heien voor de aanleg van de steeds groter wordende windmolens op zee. Het bevreemd mij enorm dat wij als visserijsector de natuur- en milieuorganisaties hier nauwelijks over horen.

Johan K. Nooitgedagt