Middelharnis - Burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman: "Werd alles maar weer normaal!” De afgelopen weken heb ik het meerdere mensen horen verzuchten. Normaal, terug bij het oude, bekend, vertrouwd. Aan de andere kant hoorde ik mensen ook zeggen dat we hier aan moeten wennen. De anderhalvemeter-samenleving is het ‘nieuwe normaal’." Zo begint onze burgemeester in haar nieuwe column. Lees hieronder verder.

Ons normaal

Werd alles maar weer normaal!” De afgelopen weken heb ik het meerdere mensen horen verzuchten. Normaal, terug bij het oude, bekend, vertrouwd. Aan de andere kant hoorde ik mensen ook zeggen dat we hier aan moeten wennen. De anderhalvemeter-samenleving is het ‘nieuwe normaal’.

In de beginperiode van deze coronacrisis gebruikte ik vaak de term ‘onwerkelijke werkelijkheid’ voor deze situatie. Januari en februari verschilden zo wezenlijk van maart en april. Het begon met ‘niet meer handen schudden’ maar in snel tempo volgden de ontwikkelingen elkaar op. Scholen dicht, toeristen niet welkom, het maatschappelijke leven viel stil, ondernemers zagen hun omzet letterlijk tot nul dalen. Dat hadden we met zijn allen niet verwacht en die onzekerheid liet ons schrikken. Het hoge aantal besmettingen op ons eiland maakte de noodzaak pijnlijk duidelijk.

De weken daarna lieten we als samenleving, als Goeree-Overflakkee, zien wat we waard zijn. We toonden onze veerkracht, accepteerden en pasten ons aan. Mooie initiatieven ontstonden om elkaar te helpen, om in contact te blijven, om samen door deze tijd heen te komen. De verenigingen, de scholen en de kerken wil ik bedanken voor hun flexibiliteit, voor hun inzet om digitale kerkdiensten te organiseren, voor hun vermogen om ook in deze tijd te blijven omzien naar elkaar. We probeerden het leven ondanks uitzonderlijke omstandigheden ‘zo normaal mogelijk’ door te laten gaan.

Wennen

Inmiddels zijn we op de goede weg en kan er versoepeld worden. Kinderen kunnen weer naar school, toeristen zijn weer voorzichtig welkom, ondernemers zien weer langzaam opdrachten binnenkomen. Zelfs dat is voor veel mensen weer even wennen. Wat kan wel, wat kan niet?

Zelf hoop ik niet dat het nieuwe normaal inhoudt dat we altijd fysiek afstand van elkaar houden. Het blijft fijn om troostend een arm om iemand heen te kunnen slaan, iemand die hulp nodig heeft gewoon de hand te kunnen reiken. Dat contact hebben we als sociale wezens nodig. Ik vermoed wel dat het straks normaal is om vaker handen te wassen, beter te letten op hygiëne. Het desinfectiepompje hoort erbij. Misschien is een begroeting straks een vriendelijk knikje en schudden we geen handen meer. Nu al blijken er door de betere hygiëne minder gevallen van infectieziekten te zijn. Dat is geen verkeerde verandering. Maar het is gissen. Ik weet ook nog niet welke consequenties deze crisis op de langere termijn heeft. De tijd zal het uitwijzen.

Norm

Een aantal keren is nu het woord ‘normaal’ gevallen. Maar eigenlijk is dat maar een vreemd begrip. Het woord komt voort uit ‘norm’, het gemiddelde, de standaard waarvan een groep mensen met elkaar afgesproken heeft dat ze hem zullen hanteren. Maar ‘ons’ normaal is ook een samenleving waar mensen anders mogen zijn. Schilder Vincent van Gogh zei het al: “Normaliteit is een verharde weg: het is comfortabel om erop te lopen, maar er groeien geen bloemen.” Bloemen zijn fijn, bloemen zijn nodig. ‘Ons’ normaal is een verharde weg mét bloemen.

Dat brengt me bij het volgende. Deze column is vanaf nu niet meer wekelijks, maar om de week. “Omdat alles weer iets normaler wordt”, zo is de gedachte erachter. Maar eigenlijk is het gewoon weer een stap naar ‘ons normaal’. Naar een werkelijkheid waar we goed mee om kunnen gaan, waar we echt contact hebben, waar we ons goed bij voelen. We moeten er samen een balans in vinden.

Met vriendelijke groet

Ada Grootenboer-Dubbelman