Dirksland - Honderden munten uit de veertiende een vijftiende eeuw, grotendeels tot een zware klomp samengeklonterd, in een tot de rand gevulde kookpot van aardewerk. Dat is de opmerkelijke vondst die Dirkslander Arco Hoekman deed in het poldergebied tussen Dirksland en Sommelsdijk. Hij spreekt van een unieke schatvondst. Uniek op Goeree-Overflakkee, maar ook uniek in Nederland. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap noemt de Flakkeese vondst van nationaal belang. Lees hieronder meer.

Hoekman, die er bijna dagelijks met de metaaldetector op uit trekt, weet nog precies wanneer hij zijn schatvondst deed: “Zaterdag 28 juli, de eerste dag van de bouwvakvakantie.”
Veel had hij de voorgaande weken nog niet gevonden. De warme, droge zomer was daar debet aan: in vochtige grond gaat het detecteren gemakkelijker. “Ik liep al een week chagrijnig rond, toen er een akkertje vrijkwam. Nee, ik zeg niet waar precies. Er stonden uien op en het was vlak voor het oogsten natgespoten tegen het stuiven. Ik dacht: natte grond, dan heb ik diepgang met de metaaldetector. De landeigenaar gaf toestemming. Eerst vond ik wat oude gespen, twintig tot dertig munten en wat muntgewichtjes. Ik wist dat ik op goede grond zat. Dat voel je meteen…”
Arco Hoekman markeerde de plek om een dag later verder te zoeken. “Toen ik terugkwam was het land omgeploegd. Dan houdt het op. Een baantje uien stond er nog. Een week later reed ik er weer langs en zag dat de grond nu vlak was. Yes, dacht ik. Het was al het eind van de middag, een uur of halfvijf. Ik belde m’n vrouw en vroeg of het goed was dat ik nog een halfuurtje doorging met zoeken. Ze vond het goed.”

Handenvol munten
Wat volgde was ‘een baantje’ van een halfuur. Veel vond Hoekman niet. Tot hij over het land terugliep naar zijn auto. “Ook dan heb ik de metaaldetector altijd aan. Dat pak je dan nog even mee. Kreeg ik opeens een mooi signaal. Je herkent die signalen als je dit vaak doet: ik dacht dat het een colablikje of een bierblikje was. Ik twijfelde nog of ik wel moest gaan graven. Toch stak ik mijn schop in de grond. Een schep diep hoor ik een krak. Klinkt goed, dacht ik. Ik zag een oor van aardewerk en een stuk of tien grote munten. Zilveren oude munten.”
Met een paar maten ging hij ’s avonds weer terug naar de vindplaats. Tijdens de voorafgaande barbecue kreeg hij geen hap door zijn keel. In plaats van tien, twintig muntjes, stuitte Arco Hoekman op handenvol munten. “Op twintig centimeter diepte: heel bijzonder. Ik legde die losse munten op een kleedje en toen kwam ik bij die klomp metaal. Echt een brok, in een kookpot van aardenwerk die bijna helemaal in stukken gebroken was. Dit is een serieuze schat, dacht ik.”
Hij had drie slapeloze nachten van de totaal onverwachte muntvondst. De boer, die Arco inlichtte, kon zijn oren niet geloven. Bij het streekarchief, waar hij terechtkwam na melding van de vondst bij de gemeente, dacht men dat er iemand met een paar muntjes op bezoek zou komen. “Kwam ik met een rugzak vol. De archivaris wist niet wat hij zag. Iedereen wilde zien wat ik gevonden had, mensen kwamen zelfs tijdens hun vakantie naar het streekarchief…” In opdracht van de gemeente ging een archeologisch bureau naar de vindlocatie om boringen van enkele meters diep te doen en sleuven te graven. Deze onderzoekingen leverden verder niets op.

Late middeleeuwen
Het onderzoek beperkt zich nu tot de schat zelf. Wie was de eigenaar van deze kookpot met munten? Wat is de herkomst van de schat, gevonden in een gebied dat altijd is beschouwd als arm? Bekend is dat het geld uit de late middeleeuwen stamt en uit een grote verscheidenheid van Europese landen afkomstig is: Nederland, Italië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Engeland. Maar verder onderzoek is nodig om de grote vondst munt voor munt te determineren. Uiteraard moet eerst de klomp munten uit elkaar gehaald worden. Ook is een schoonmaakbeurt nodig na al die eeuwen onder de grond.
Arco Hoekman treedt, na overleg met de gemeente, nu pas in de openbaarheid om geen schatgravers aan te trekken. En om rustig toe te werken naar de onthulling van zijn buitengewone vondst. Dat zal naar alle waarschijnlijkheid in maart 2019 zijn, in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee, dat de munten met ingang van het nieuwe seizoen gaat exposeren.

“Het mooiste is als de schat intact blijft”, zegt de vinder. “Want dit is uniek voor het eiland. Goeree-Overflakkee kan hierop meeliften. Niemand verwachtte dit.” Arco Hoekman zelf niet in de laatste plaats. Hij vond al veel losse munten, muntgewichtjes, vingerhoedjes, pijpenragers, sieraden en knopen, maar dit is zonder twijfel de vondst van zijn leven. Een van de grootste Nederlandse schatvondsten ooit. Misschien wel de allergrootste.

Tekst: Kees van Rixoort, vinder: Arco Hoekman