Stellendam - Wist u dat er op ons eiland Goeree-Overflakkee, nabij Stellendam, een bijzonder natuurgebied ligt, dat jaarlijks plaats biedt voor één van de grootste broedkolonies van de Grote Stern? Boswachter Ted Sluijter vertelt u er graag meer over: "Grote sterns zijn echte zeevogels. Ze leven op een menu van zandspiering, sprot, jonge haring en smelt; stuk voor stuk vissen van het zoute water. Met hun lange, smalle vleugels zijn de vogels perfect uitgerust voor een leven lang vliegen boven het zeewater." Lees hieronder meer.

Privacy niet zo belangrijk

Boswachter Ted Sluijter van Natuurmonumenten: ‘Echt op hun privacy gesteld kun je grote sterns niet noemen; ze broeden met duizenden bijeen, bij voorkeur op kale of heel schaars begroeide plekken. Zoals op onze eilandjes voor Scheelhoek’. Veel werk maken ze niet van hun nest. Meer dan een simpel kuiltje is het niet. Wonderlijk genoeg komen vrijwel alle eieren tegelijkertijd uit en een enorm gekrijs van bedelende jongen. Aan de ouders de enorme taak om weken achteren de hongerige jongen tevreden te stellen. Honderden keren vliegen ze heen en weer naar zee.

Grote kolonie op Scheelhoek

Ook al is het een enorm lawaai in de kolonie, dat betekent niet dat de vogels niet op rust zijn gesteld. Als ze verstoord worden tijdens het broeden of het voeden, dan gaat het mis. De ouders vluchten, de jongeren verhongeren. Omdat het in ons land steeds drukker wordt op de stranden, worden er op steeds meer plekken speciaal voor grote sterns en andere zogeheten ‘kale-grondbroeders’ schelpeneilanden aangelegd. Op de eilanden zijn de vogels veilig voor vossen en verstoring en hebben ze hun voedselbron dichtbij.

Boswachter Sluijter: ‘Ook voor ons natuurgebied Scheelhoek zijn zulke eilanden gemaakt. De vogels reageerden dankbaar en kwamen met duizenden! De afgelopen jaren broedden er bijna 3.000 paar, een van de grootste kolonies van Nederland.’

Haringvlietsluizen deze zomer op een kier

Ook voor de grote sterns en andere kustvogels die op de eilanden broeden, betekent de opening van de Haringvlietsluizen een hele verbetering. De ‘zoute vissen’ kunnen dan immers binnenkomen. Zo hoeven de vogels minder ver te vliegen om voedsel te halen voor hun jongen. Met tientallen voedselvluchten scheelt dat vele, vele kilometers. Nu moeten ze nog steeds over de Haringsluizen heen om naar zee te komen. Een uitnodiging van de boswachter: ‘Kom vooral eens kijken. In de omgeving van de Haringvlietsluizen ziet u ze zeker vliegen, bijvoorbeeld vanuit de Kwade Hoek.’