Goeree-Overflakkee - In november 2020 start een uitgebreid onderzoek naar de verzanding van het kustgebied bij de monding van het Haringvliet. Dat staat in de samenwerkingsovereenkomst ‘Kust Zuid-Hollandse eilanden, Onderzoek naar de effecten van de kustmorfologie in de Haringvlietmonding’, die twaalf partijen onlangs hebben ondertekend. Lees hieronder verder.

Twaalf partijen

Het gaat om de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Brielle, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne, waterschap Hollandse Delta, Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Natuurmonumenten, Zuid-Hollands Landschap en Recreatieschap Voorne-Putten.

Verzanding

Voor de kust van Voorne, bij de Kop van Goeree en in de vaargeul naar het Haringvliet vindt verzanding plaats. Nu al kun je heel ver de zee inlopen voordat je tot je middel in het water staat. Dit is van invloed op onder meer de natuur, het karakter van het strandgebied, de recreatiemogelijkheden en de waterveiligheid. Bij dit laatste aspect speelt het stijgen van de zeespiegel ook een rol.

Onderzoek

Om in de toekomst goede keuzes te kunnen maken voor het gebied, is een uitgebreid onderzoek naar de verzanding en de gevolgen ervan belangrijk. Het onderzoek richt zich het komend jaar op de natuurlijke ontwikkeling van het kustgebied. Met andere woorden: hoe snel en waar vindt de verzanding precies plaats, wat zijn de gevolgen voor de waterveiligheid, ecologie, recreatie, economie en leefbaarheid. Op basis van de resultaten die eind 2021 worden verwacht, kunnen de partijen verder met de ontwikkeling van het kustgebied.

Gedeputeerde Jeannette Baljeu van de provincie Zuid-Holland vindt het van grote waarde dat alle partijen hierin samen optrekken: “De verzanding heeft effect op de hele regio en op allerlei verschillende aspecten zoals de waterveiligheid, natuur en toerisme. Daarom is het zo belangrijk dat we hierin samenwerken. Ik vind het heel bijzonder dat we nu met deze twaalf partijen aan de slag gaan om deze ontwikkeling vanuit verschillende belangen en invalshoeken te bekijken, zodat we samen de juiste keuzes kunnen maken voor deze regio in de toekomst.”