28 oktober 2022 - In overleg met de Nederlandse Vissersbond publiceert de redactie van Koole Media Service al jaren de columns van Johan K. Nooitgedagt (Voorzitter Nederlandse Vissersbond) onder rubriek 'Column' op iGO.nl. Johan: "99,9 procent van de jonge scholletjes wordt opgegeten..." Lees hieronder de hele column van Nooitgedagt.

Vervolg-

De Arapaima

De tanden van piranha’s boren zich overal doorheen. De beruchte Braziliaanse roofvissen hebben weinig vrienden. Toch zwemt er één vis veilig en biedt dapper weerstand: de Arapaima. Hoe kan dat? Zelfs grote prooien ontvlezen de piranha’s binnen de kortste keren tot op het bot. Vissen met pech zijn binnen een paar tellen verdwenen. Behalve de twee meter lange Arapaima. Onverstoorbaar zwemt hij door het water in het Amazonegebied. Zijn geheim? Schubben die hard en zacht zijn. Heel uitgekiend. Aan de buitenkant zijn ze werkelijk steenhard, versterkt met kalk. Daaronder bestaan ze uit lagen collageen, zoals in het zachtere kraakbeen in onze oren. De truc ‘hard op zacht=superhard’ voert de natuur wel vaker uit. Piranha’s weten het: op een Arapaima bijt je de tanden stuk.

Mossels lijmen het been

Op weg naar een medische wonderlijm. Lijmen en hechten bij operaties in het menselijk lichaam geeft kans op infecties. Onderzoekers van de TU Delft zochten daarom naar een lijm die inwendig kan worden toegepast, zoals bij het terugplaatsen van botsplinters. Een mosselsoort bood uitkomst. Deze hecht haar byssusdraden met een zelfgemaakte lijm aan rotsen en palen in de zoute getijdengebieden van zeewater. Cruciaal hierbij is een geoxideerd aminozuur in een eiwit van de mossel, dat zich goed hecht aan natte, gladde oppervlakken. De natuur als medisch voorbeeld.

Het brein van de zeekat

Inktvissen, zoals de zeekat, zijn het enige beschikbare voorbeeld van niet gewervelde dieren met een groot centraal zenuwstelsel. Onderzoekers bestuderen al jarenlang hoe zeekatten vormen en kleuren bewust leren onderscheiden. Behalve over unieke hersenen beschikken zeekatten ook over de mogelijkheid hun kleurpatronen willekeurig te veranderen. De huid weerspiegelt direct elke emotie. Tijdens het paren zijn ze anders en feller gekleurd. Dit gebeurt door het bliksemsnel vullen en legen van de elastische pigmentzakjes in de huid door de omringende kringspieren. Communicatie door kleur. Bij gevaar wordt bovendien de achtergrond gereflecteerd en verandert de huidstructuur, waardoor hij met zijn achtergrond ‘versmelt’. In de Japanse keuken wordt zeekat rauw verwerkt in de bekende sushi en sashimi. De natuur is de leverancier van deze delicatesse.

Schol: de overlevingskunstenaar

R-strategie staat in de natuur voor heel veel kleine nakomelingen die niet of nauwelijks worden geholpen door de ouders. K-Strategie staat voor een klein aantal grotere nakomelingen waar veel energie in wordt gestoken om ze groot te brengen. De vissoort schol heeft een R-strategie blijkt uit onderzoek (Henk van der Veer, 1986). De vrouwtjes scheiden soms tot 500.000 eieren af. Pasgeboren schollarven, 7mm lang, laten zich met stromingen meevoeren. Bij anderhalve centimeter zwemmen ze naar de ‘kinderkamergebieden’. Van der Veer wilde weten waarom er elk jaar ongeveer evenveel jongvolwassen schollen in de Noordzee voorkomen, zoals bekend uit visserij-biologisch onderzoek naar deze commercieel belangrijke vissoort. Die stabiele aanwas van schol was een raadsel, want zijn onderzoek had uitgewezen dat 99,9% van de jonge scholletjes onderweg naar de kinderkamer wordt opgegeten door vissen en kwallen.

De natuur is de natuur: 99,9% van de jonge scholletjes wordt opgegeten door vissen en kwallen

Kleine onvoorspelbare schommelingen in de vraat van jonge schollen zou dan automatisch tot grote schommelingen in de aanwas van eerstejaarsscholletjes moeten leiden, een echt R-kenmerk. Maar toch gebeurde dat niet. Hoe meer scholletjes er zijn, hoe slechter zij overleven. Zijn zij met weinig, dan schiet de overleving omhoog. Toch een soort concurrentie dus. De oorzaak: garnalen. Die eten jonge schollen. Wanneer er veel scholletjes zijn storten zij zich daar vrijwel uitsluitend op. Wanneer er minder scholletjes zijn richten zij zich ook op andere prooien. Het netto effect: de populatie scholletjes wordt elk jaar door de garnalen ‘afgeroomd’ tot ongeveer hetzelfde niveau. De schol heeft blijkbaar een R-strategie, met een klein beetje K. Zo is scholvisserij geen loterij, zonder aanlandplicht of zonder discard-ban, maar is de natuur gewoon de natuur met schollenvraat. Terug in zee, eten of gegeten worden. Dat is natuurlijk.

[Deze column komt uit het archief en werd gepubliceerd op 6 april 2017]

Johan K. Nooitgedagt