[Tweede column Mirjam Nelisse: Waarom verdienen boeren geen goede boterham?] 16 augustus 2020, Goeree-Overflakkee - De redactie van Koole Media Service werkt samen met ir. Mirjam Nelisse, lid Provinciale Staten Zuid-Holland -energie/innovatie/infra- (VVD), om boeren en telers in de regio van een eiland Goeree-Overflakkee "in 't zunnetje" te zetten, een hand te helpen én een hart onder de riem te steken. Mirjam Nelisse: "Voor degenen die bij de lokale boer of tuinder inkopen willen doen; hier een overzicht van huis-verkooppunten en boerderijwinkels. Haal je boodschappen op de fiets!" Ook rolde de goedlopende Facebookpagina 'Fietsen voor m'n eten - Goeree-Overflakkee / 'n Bietje Gezond' uit dankzij deze samenwerking. En wat niet iedereen weet: Nelisse woont en werkt zelf ook op 'de boerderij', dus weet waar ze het over heeft! Lees hieronder haar tweede column: 'Waarom verdienen boeren geen goede boterham?'

Waarom verdienen boeren geen goede boterham?

Voor het gemak neem ik aardappels als voorbeeld. Wij telen zelf aardappels, dus ik weet goed wat daarbij komt kijken. Ik ga in op de teelt en de tijdlijn. Maar ik begin met het volgende: Landbouw is een wereldmarkt en zo worden de prijzen ook bepaald. In Europa hebben we vrij verkeer van goederen en dus ook van aardappels. Een supermarkt kan dus op die internationale markt aardappels kopen voor de laagste prijs, maar kan ook kiezen voor de beste kwaliteit. Wij Nederlanders “ben zuunig” en gaan als consument al decennia voor de laagste prijs. Kijk maar naar de reclames van supermarkten, gaat altijd over de laagste prijs, nooit over de beste prijs. En wat mij betreft zit daar meteen de crux van die belegde boterham voor de boer, of beter gezegd, het ontbreken ervan.

Als boer is je belangrijkste investering de grond. Die is in Nederland al duur t.o.v. Andere landen, en waar wij zitten, op Goeree-Overflakkee, is de grond de duurste van Nederland (meer dan 100.000 euro per hectare). Die grond moet worden betaald en dat drijft de kostprijs van je product op, ook t.o.v. Andere landen.

Als het teelseizoen begint, zeg januari 2020, kopen we pootgoed in. Dit is gecertificeerd pootgoed, niet zomaar wat restanten aardappels die zijn overgebleven van vorig jaar. Goed pootgoed is dan ook prijzig. We maken vervolgens de grond klaar om de aardappels te poten; ploegen, zaai- en pootklaar maken. Daar hebben we die dikke trekkers en grote machines voor nodig! We poten de aardappels, bemesten ze (meestal een paar keer een beetje voor het beste effect) en bespuiten ze met gewasbeschermingsmiddelen tegen onkruid, plaagzieken en schimmels. Dat is meestal ook een keer of 10, want we gebruiken het Lage Doserings systeem (LDS), waarbij het effect beter is als je vaker een beetje middel gebruikt. Je loopt er ook nog eens door om te controleren op resterende onkruiden, of beginnende phytophtora (de aardappelziekte die in 1845 voor meer dan een miljoen doden heeft gezorgd in Ierland).

Dan is het zover, oogsttijd! Meestal zo rond september, oktober, maar bij vroege aardappels ook al in juli/augustus. Onze eerste aardappels worden volgende week gerooid! Zorgvuldig wordt het lof gedood, geklapt (eraf geslagen met een machine) en worden de aardappels gerooid. Bij ons worden ze met een trekker en een kipper met een matras erin naar de schuur gebracht. Het is belangrijk om zachtjes met de aardappels om te gaan, want anders worden ze blauw (een soort kneuzingen). En aardappels waar wat aan mankeert, wil de supermarkt niet, want de consument wil alleen mooie, eenvormige aardappels zonder mankementen.

De aardappels gaan van de kipper, via een stortbak, transportbanden en een hallenvuller, de cel in. Een geïsoleerde cel, met ondergrondse kanalen en een computergestuurd klimaatbeheersingssysteem om de aardappels optimaal te kunnen bewaren (drogen, invoelen en later weer opwarmen). Daar zitten ze wel een tijdje, afhankelijk wanneer de supermarkten interesse hebben. Als het zover is, en dat kan zomaar mei 2021 zijn, laden we ze op vrachtwagens en gaan ze weg. In dit geval, levering mei, zorgen we dus al bijna 1,5 jaar voor de aardappels (we zijn tenslotte in januari 2020 al begonnen met het pootgoed!). Maar dat betekent ook dat onze investering dus al 1,5 jaar geleden gedaan is!

Op de dag dat ze met de vrachtwagen weg gaan, worden ze, vaak diezelfde dag naar een fabriek gebracht waar ze gewassen en gedroogd worden, in een zakje gedaan worden en naar de winkel worden gereden. Al met al gaat daar 1 of 2 dagen overheen en dan liggen ze bij AH, Jumo of een andere keten in het schap.

Dan de financiële kant van het verhaal. Om het even bij het voorbeeld van de aardappels (Erika’s) te houden die volgende week geoogst worden; wij krijgen daarvoor naar verwachting 20 cent per kg. Deze aardappels worden niet bij ons opgeslagen, maar gaan direct door naar de fabriek en liggen diezelfde week nog in de supermarkt. In de winkel liggen op dit moment Erika’s voor €1.69 per kg. Het verschil van bijna 1,5 euro zit dus bij de transporteur, de verwerker en de supermarkt. Je kunt mij echter niet wijsmaken dat wat zij in die 2 dagen doen, zoveel meerwaarde heeft. De winst zit dus bij transport, verwerking en, vooral, de supermarkt.

De concurrentie voor Nederlandse boeren op prijs op de wereldmarkt is lastig. Onze kostprijs ligt hoog door de hoge grondprijs, maar ook door de extra regels die de overheid aan Nederlandse boeren stelt, en waaraan boeren in het buitenland niet hoeven te voldoen. Nederlandse aardappels (en andere landbouwproducten) zijn, mede door die extra regels van de overheid, het meest duurzaam ter wereld. Dat wordt echter niet met de consument gecommuniceerd, waardoor die geen informatie heeft om voor de betere kwaliteit te kiezen. De consument kiest dus voor de laagste prijs. Wat logisch is, als dat de enige factor van verschil lijkt te zijn.

Hoe komen we nou uit deze klem? Dat is een lastig te beantwoorden vraag en ik heb de wijsheid helaas niet in pacht. Maar zo doorgaan, met de concurrentie op alleen de factor prijs, is niet volhoudbaar. Dat stimuleert boeren om alleen maar naar groter en intensiever te gaan, om de kostprijs zo laag mogelijk te houden. En volgens mij moeten we naar een hogere opbrengstprijs voor de boer. Waarbij in die prijs inbegrepen een stukje waardering zit voor de duurzame teelt. Een prijs die ook is gebaseerd op kwaliteit/duurzaamheid. Maar dat betekent ook een bewuste keuze van de consument in de winkel. Op basis van laagdrempelige informatie (en die informatie is al beschikbaar bij de boer, want die legt alles vast). En dan toch kiezen voor dat iets duurdere product uit Nederland, in plaats van aardappels uit Israël, Italië of Frankrijk!

Hoe ziet u de toekomst van de boeren in Nederland? Laat het me weten in een reactie!

Op de foto onze Erika's (voor de export, want in NL is de prijs te laag).

Mirjam Nelisse