landelijk, 3 april 2020 - Deze keer geen column, maar een interview met Johan Nooitgedagt. Hij zet erboven: ‘Elk visserijbedrijf moet deze crisis doorkomen’. De redactie van Koole Media Service publiceert voor de Nederlandse Vissersbond de columns van Johan Nooitgedagt (Voorzitter Nederlandse Vissersbond) onder rubriek 'Column' op iGO.nl. Lees hieronder het hele interview.

Vervolg

De coronacrisis heeft een grote impact op de visserijsector. Niet alleen op de kotters, maar ook bij de Nederlandse Vissersbond is het op dit moment alle hens aan dek om vissers zo goed mogelijk door deze ongekende crisis te loodsen. In een interview legt Johan K. Nooitgedagt (voorzitter bij de Nederlandse Vissersbond) wat de coronapandemie betekent voor de visserij en hoe hij met het team daarop acteert.

Welke impact heeft de coronacrisis op de visserijsector?

De impact van de coronacrisis op onze sector is groot, heel groot. Alle visserijen worden getroffen. Doordat horecagelegenheden verplicht moeten sluiten in heel Europa, valt een groot deel van de markt weg. Dit heeft gevolgen voor de vraag naar vis, wat resulteert in een sterk dalende prijs. Hierdoor zien we de markten van (grotere) tong, tarbot en griet bijna volledig wegvallen. De garnalenvisserij heeft daar ook last van, maar ondervindt ook problemen met de pelcapaciteit. Door de preventiemaatregelen kan er in Marokko niet meer met volle kracht garnalen gepeld worden. En bijvoorbeeld de palingvisserij is een seizoensgebonden visserij, van mei tot september, maar het heeft geen zin om de netten uit te gooien als er geen afzetmarkt is.

Een zeer zorgelijke situatie dus …

Deze ontwikkelingen zijn inderdaad zorgelijk en hebben grote effecten op de visserij. Met het bestuur en het Management Team bespreken wij elke dag de situatie. Wat signaleren wij, hoe kunnen wij de vissers optimaal ondersteunen en welke knopen moeten doorgehakt worden om de sector zo goed mogelijk te kunnen laten draaien.

Met de Producenten Organisaties (PO’s), maar ook met de handel en afslagen hebben we meerdere keren per week een video-overleg. Dit heeft de afgelopen week geleid tot aanvoerregelingen voor onder andere tong, Noorse kreeft en garnalen. Met deze regelingen willen wij ervoor waken dat er eerlijke prijzen voor vis betaald blijven worden en voorkomen dat er vis moet worden doorgedraaid.

Wat vinden vissers daarvan?

Veel vissers bellen ons daarover op. Dat zijn gesprekken met een emotionele ondertoon en dat begrijp ik ook. Het is niet altijd even makkelijk om aan vissers uit te leggen waarom er bepaalde keuzes gemaakt worden. Voor hen klinkt het niet logisch dat een beperking op de lange termijn geld zal opleveren, terwijl het op de korte termijn voornamelijk geld kost.

De telefoongesprekken met vissers gaan overigens niet alleen maar over de regelingen. Wij fungeren ook als vraagbaak. Vragen als ‘mag ik met zes bemanningsleden in een busje naar de kotter rijden?’ of ‘welke financiële steun kan ik aanvragen?’. Het Team Nederlandse Vissersbond zoekt op kantoor veel uit voor de leden. We delen dit ook zoveel mogelijk via onze liveblog en artikelen op de website.

Hoe zijn de contacten met het ministerie van LNV

Drie keer per week overleggen wij met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de effecten van de coronacrisis op de visserij. Bij dit overleg zijn de visserijorganisaties, de handel en afslagen betrokken. In deze gesprekken praten we over de mogelijkheden om tot (financiële) ondersteuning te komen, de knelpunten voor de visserij en welke vragen er spelen in de sector.

Over wat voor (financiële) ondersteuning wordt er dan gesproken?

Over een stilligregeling bijvoorbeeld. De vissers kunnen aan de wal blijven, maar daar moet wel financiële compensatie tegenover staan. De kosten lopen door, dus moeten de inkomsten ook doorlopen. Zo’n regeling moet vanuit Europese gelden komen, dus het ministerie van LNV kan daar nog geen toezeggingen over doen. Doordat het over meerdere schijven besproken moet worden, duurt het weken voordat wij hier duidelijkheid over krijgen.

In Europa wordt ook gesproken over een opslagregeling. Daar zijn wij geen voorstander van. Opslag is een tijdelijke oplossing. Als de noodmaatregelen omtrent de pandemie straks zijn opgeheven, dan liggen de pakhuizen nog vol. Dat gaat de vissers voor de voeten lopen. Daarom zeg ik altijd: het goedkoopste en beste pakhuis, is de zee zelf.

Dat klinkt als visserij-specifieke steunmaatregelen…

Daar zetten wij wel op in.

En wat voor knelpunten worden er besproken met het ministerie van LNV?

Welke rek en ruimte wij hebben om aanvoerbeperkingen door te voeren. Uiteraard willen wij niks in strijd doen met de mededingingswet, maar zien wij wel noodzaak om maatregelen te nemen en zo te voorkomen dat vis wordt doorgedraaid en vissers failliet gaan. De ACM heeft aangegeven coulant te zullen zijn, maar wat is coulant? Daarmee worden wij in het ongewisse gelaten. Wij vinden dat het ministerie van LNV duidelijkheid moet scheppen hierover.

In Frankrijk is opgeroepen om alleen nationale producten te verkopen. Waarom claimen jullie dat niet voor Nederland?

Uiteraard willen wij stimuleren dat onze vangsten zoveel mogelijk in Nederland geconsumeerd worden. Echter is Nederland een exportland. Dus als wij claimen dat wij alleen producten van eigen bodem willen terugzien in de supermarkt, dan maken wij geen vrienden met landen die het gros van onze visproducten kopen.

Dat neemt niet weg dat onze visproducten beter aangeprezen kunnen worden bij de Nederlandse consument. De actie van het Nederlands Visbureau ‘Neem eens een visje voor een ander mee’ is daarin een goed voorbeeld. Mensen hebben nu meer tijd om een lekker visje te bereiden in eigen keuken.

Welk advies wil je de vissers nog meegeven?

We moeten elkaar helpen om door deze moeilijke tijd heen te komen. Daarvoor hebben wij saamhorigheid en solidariteit nodig. Ons doel is dat elk visserijbedrijf deze crisis doorkomt. Daarvoor moeten maatregelen in acht worden genomen. De ene visser wordt daarbij harder getroffen dan de andere visser. Het is voor ons onmogelijk om iets te bedenken waarbij alle vissers evenredig worden getroffen. We kunnen allemaal met de vinger naar elkaar wijzen, maar we kunnen ook de hand in eigen boezem steken. Trots achter onze sector gaan staan. Trots dat wij een steentje kunnen bijdragen aan de voedselvoorziening, dat er überhaupt nog geld verdiend kan worden in deze sector en dat de vis die nu niet gevangen wordt, later gevangen zal worden.