Minister Donner wijkt niet af van ingenomen principebesluit

Midddelharnis - De vier colleges van burgemeester en wethouders, de secretarissen, de voorzitters van alle politieke partijen, voorlichters en heel veel mediavertegenwoordigers maakten maandag 15 augustus in het ISGO gebouw hun opwachting om van minister Donner de stand van zaken te vernemen omtrent het dossier Herindeling Goeree-Overflakkee. Het leek de laatste kans te zijn geweest om bij de bewindsman argumenten aan te dragen vóór en tegen zijn principebesluit voor één nieuwe eilandelijke gemeente.

Donner deed geen concrete uitspraken of de herindeling doorgaat of dat het proces stopt. Niets wijst er overigens op dat het overleg in het ISGO-gebouw het principebesluit van de minister zal wijzigen of dat het wordt aangepast.

“Een verhelderend gesprek. Alle aspecten die aan de orde moesten komen zijn ook op tafel geweest. Mede op basis van de ontvangen informatie zal ik nu een voorstel voor het kabinet maken waarin ik aangeef of het verstandig is met het proces verder te gaan of dat het wordt afgeblazen. Dat vereist zorgvuldige bestudering. Op dit moment kan niemand uit deze opmerking conclusies trekken. Het is duidelijk een stap te snel om na vanmiddag te suggereren dat alles nog open ligt”, zei Donner.

Langlopend proces

“De voorgeschiedenis is bekend. Het gaat om een langlopend proces waarin ik op 16 juni in een brief aan GS mijn voorlopige conclusie heb aangeduid dat op basis van het provinciaal besluit en toetsingscriteria, draagvlak, inhoudelijke noodzaak en urgentie een gemeentelijke herindeling op Goeree-Overflakkee wenselijk wordt geacht. Niet iedereen op het eiland denkt op gelijke wijze over herindeling. Maar de Wet is duidelijk. Op het moment dat het Kabinet een beslissing neemt, zijn alle betrokken gemeenten verplicht mee te werken aan de voorbereidingen. En al lijkt de termijn tot januari 2013 kort, het biedt voldoende mogelijkheid om een goede start van de nieuwe gemeente te realiseren. De Wetgever zal snel moeten werken. Maar het kan”.

Draagvlak

Over een representatief draagvlak stelt de minister: “Het gaat hier niet om een referendum. Het gaat erom dat er een vorm van raadpleging plaatsvindt die door de gemeenten zelf kan worden ingevuld. Een opiniepeiling is een mogelijkheid. Dat geldt ook voor een uitspraak van de gemeenteraad, als democratisch gekozen bestuurslichaam. De volksvertegenwoordiging kan op eigen wijze bepalen hoe zij de betrokkenheid van de burgers inhoud wenst te geven. Draagvlak, hoeft niet uniform te zijn”.

 

Urgentie

Ten aanzien van de urgentie geeft de bewindsman aan dat gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden krijgen. Onder meer omdat zij taken van het Rijk overnemen. Individuele gemeenten kunnen daardoor soms het aantal taken niet meer aan. Herindeling kan, of is dan de oplossing. Dat geldt ook voor dienstverlening en efficiënter functioneren ten opzichte van de regio, de Provincie en het Rijk. Uiteraard kan gekeken worden of er alternatieven zijn, maar als die niet voorhanden zijn, moet gezocht worden naar de beste oplossing in het belang van gemeenten en burgers.

 

Van onderop

Op een vraag over het algemene uitgangspunt bij gemeentelijke herindeling, dat van onderop tot stand moet komen, zegt de bewindsman: “In het nieuwe Beleidskader gemeentelijke herindeling staat dat het initiatief voor herindeling bij de gemeenten zelf ligt. Echter, in bijzondere gevallen kan ook de provincie het initiatief nemen. Dit gebeurt in situaties waarin herindeling een duurzame oplossing biedt voor urgente bestuurlijke en of financiële knelpunten van gemeenten”.

Tenslotte stelt Donner dat in het herindelingproces, nu het moment aan de orde was voor een raadpleging met colleges en raden op Goeree-Overflakkee: “Daarom heb ik hen gevraagd dit gesprek nu in te plannen en niet in een eerdere fase”.

 

Raakt mij diep

Collega Ger van de Velde  van Goedereede stelde dat haar gemeente nadrukkelijk had gevraagd om een ander besluit voor te leggen aan de ministerraad en de Tweede Kamer. “Goedereede heeft beargumenteerd dat de opgave die er voor het totale eiland in de toekomst ligt, ook in samenwerkingsverband kan worden uitgevoerd. Goedereede heeft gepleit voor behoud van zelfstandigheid en heeft er geen moeite mee als de minister de andere drie gemeenten laat fuseren. Sterker nog, wij zullen openstaan voor een verdere samenwerking met die nieuwe gemeente”, zei Van de Velde. “Ik heb, recht uit mijn hart, getracht aan te geven hoe hard een ingreep als deze herindeling aankomt in de Goereese gemeenschap. Los van de politieke insteek. Als burgemeester word ik op dit item dagelijks aangesproken. Dat raakt mij diep. Het doet pijn dat op deze ultieme manier alleen de minister aan zet is. Het is duidelijk dat het besluit van de ministerraad leidend zal zijn voor het moment waarop Goedereede tot samenwerking moet overgaan. Dit staat haaks op het (meerderheid-)besluit van de raad. Begin september kan de volksvertegenwoordiging de aangenomen motie van tafel halen of het moment afwachten waarop de ministerraad een besluit neemt”, aldus Van de Velde. 

 

Legitimiteit

Waarnemend burgemeester Zevenbergen gaf aan dat ook hij en zijn collega’s zich ten volle hebben ingezet en ingeleefd in het herindelingsonderwerp. Concreet in Middelharnis was vanaf 1998 tot 2006 een lang proces nodig om tot rijping te komen. In dat jaar hadden alle politieke partijen de herindeling in hun verkiezingsprogramma’s opgenomen, daarbij zoekend naar een democratische legitimatie. Er is niet zo’n  groot verschil te signaleren tussen de verschillende gemeenten. Ieder heeft een eigen weg bewandeld om tot een conclusie te komen. Logisch dat je bij accordering je zelfstandigheid opgeeft”.

 

Protestuitingen

Aansluitend aan de persbijeenkomst kreeg voorzitter Hans Klijn van de Stichting Herindeling Nee,  Burgercomité Goedereede, de gelegenheid om minister Donner een fotocollage aan te bieden van protestuitingen op Vlaggetjesdag in Stellendam. Alsmede een dossier, een naslagwerk met informatie over de activiteiten die door de stichting tot nu toe zijn ondernomen. In de periode voorafgaand aan de komst van de minister had Hans Klijn zowel schriftelijk als mondeling zijn teleurstelling geuit dat de stichting niet was uitgenodigd voor het overleg en ook geen waarnemer mocht afvaardigen. Klijn vindt dat beslotenheid niet past voor een project waar de burger centraal dient te staan.