["Dat de LTO Noord provincies oproept predatoren (roofdieren) actief te bestrijden, leidt af van het werkelijke probleem: het leven is weg uit het Nederlandse boerenland."] - 9 mei 2021, Middelharnis - De bewering en de oproep om predatoren actief te bestrijden: "Boeren willen dat het aantal weidevogels in Nederland behouden blijft. Helaas neemt het aantal weidevogels de laatste jaren af. Dit komt onder andere door roofdieren.", schoot natuurliefhebbers in het verkeerde keelgat en heftige reacties volgen. Lees hieronder meer.

Vervolg

In een persbericht op 7 april van LTO Noord wijzen boeren naar roofdieren als het gaat om de achteruitgang van weide- en boerenlandvogels. “Wij geven om de weidevogels en ons land. Daarom zorgen wij er ook goed voor. Wij hebben hierin een verantwoordelijkheid en doen ook zoveel mogelijk om de weidevogels te beschermen”, aldus Jan Teade Kooistra regiobestuurder LTO Noord regio Noord, in het persbericht. “De laatste decennia zorgen roofdieren voor een grote vermindering van eieren en vogels. Deze waarneming wordt ondertussen door onderzoek ondersteund. LTO Noord roept provincies daarom ook op om beleid te maken zodat predatoren actief bestreden kunnen worden.”

Vogelaar Peter Ganzeboom reageert fel: “Uiteraard staan weidevogels op de menukaart. Echter, in een natuurlijke setting is er evenwicht. Prooivogels die zich niet goed verstoppen, vallen ten prooi. De slimmere overleven het. Er is geen enkele rechtvaardiging om predatoren te vervolgen. Zij houden mede de populaties gezond, door de dommeriken, de zieke exemplaren of de zwakke op te ruimen. Alleen de goede genen gaan door. In jaren dat er veel predatoren zijn, zullen er meer andere vogels ten prooi vallen. Maar als daarvan de stand terugloopt, loopt de stand van de predator ook weer terug. Zo golft het op en neer. Dat is echter in een natuurlijke situatie en in Nederland hebben wij die niet. Wat overigens niet betekent dat het predatoren zoals roofvogels voor de wind gaat.”

Hij stelt dat onze weilanden en akkers niet voldoen aan de voor weidevogels belangrijke vereisten. “Ze zijn bijvoorbeeld te kaal en bieden geen plekken om zich voor predatoren te kunnen verbergen, ze zijn niet kruidenrijk genoeg en ontberen insecten om op de kunnen foerageren, weide bestaat meestal uit een van de vele varianten Engels raaigras, waar niets anders tussen kan groeien dan dat gras.”

Daarnaast gaat het beheerstechnisch mis voor de broedende weidevogels. “Uit onze omgeving (Zuidwest Nederland) zijn er voorbeelden van beheerders die in het broedseizoen de waterstand verhogen, met als gevolg het wegspoelen van vogelnesten. Ook het maaibeleid is funest, omdat steeds vaker erg vroeg gemaaid wordt en meerdere malen per jaar. Nesten worden mee-gemaaid. soms passen boeren hun maaibeleid aan door in etappes te maaien. Dan laten zij strookjes gewas of gras staan waar vogels in kunnen vluchten. Anderen markeren de weidevogelnesten en maaien er omheen. In beide gevallen speelt men predatoren in de kaart. Die hoeven alleen de gespaarde postzegels gewas maar af te speuren of in geval van markeringen: die markeringen op te zoeken. Bijvoorbeeld vossen zijn dit trucje goed meester.”

Ook de NLGO (Vereniging voor Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee) reageert met een stevig artikel in Eilanden Nieuws op de beschuldiging van de achteruitgang van de vogelstand aan het adres van de predatoren. “Dat LTO Noord beweert dat boeren goed voor weidevogels zorgen en dat de achteruitgang van eieren en vogels te wijten is aan roofdieren, is van een kwaadaardige domheid. Moeten nu werkelijk alle roofvogels, vossen, kraaien en marters worden doodgeschoten volgens LTO Noord om zogenaamd de weidevogels in Nederland te redden? Terwijl die weidevogels het loodje leggen omdat hun kuikens geen eten hebben, zonder insecten, op die keiharde, gortdroge grond?”

Het bestuur van de NLGO legt de verantwoordelijkheid bij onze manier van boeren. “We hebben met z’n allen, boeren, consumenten (ja wij ook!), Rabobank, politiek en de LTO de afgelopen vijftig jaar voor een systeem gekozen dat onvermijdelijk leidt tot de ineenstorting van complete ecosystemen. Minister Carola Schouten, zelf toch een boerendochter, weet het, de Europese Unie weet het, heel wetenschappelijk Nederland weet het.”

Auteur wijst op alle denkbare technieken die boeren gebruiken om het maximale uit het land te halen. “Boeren ploegen, injecteren mest, hanteren de gifspuit, laten de waterschappen het grondwaterpeil verlagen zodat ze in maart met de trekker snel het land op kunnen, maaien tot vijf keer per jaar het Engels raaigras dat als kuilgras aan de koeien wordt gevoerd, zetten grote stukken vol met mais, verwijderen drie tot vier per jaar de begroeiing langs de sloten en hangen drones boven het land om de kwaliteit van de grond te meten: de industrialisatie van de landbouw heeft in Nederland een hoge vlucht genomen. En als we het in het buitenland goedkoper kunnen halen (soja uit het Amazonegebied), zullen we het niet laten.”

Boeren beheren een kerkhof
Hat artikel vervolgt: “Het netto resultaat is dat het overgrote deel van het Nederlandse boerenland sinds 1970 veranderd is een groene woestijn. Er zijn geen bloemen, geen kruiden, geen insecten, geen vogels, vrijwel geen zoogdieren, de overrandjes zijn wegverkaveld, de heggen verdwenen, de bomen gekapt. De grond is droog, de structuur kapot, het bodemwater vermest, de sloten vol resten landbouwgif. Het Nederlandse oppervlaktewater is het vuilste van Europa, 0,3 procent is nog schoon. Nederlandse boeren zijn de beste ter wereld maar ze beheren een kerkhof.”

In de krant van 23 april toont LTO voorman Frank van Oorschot zich zeer teleurgesteld in de reactie van NLGO en eist hij openbare excuses voordat er verder gepraat kan worden. Op 7 mei krijgt de LTO een publieke reactie in voornoemde krant: “Als zaken verdraaid worden, melden we ons en vertellen we, met cijfers onderbouwd, het werkelijke verhaal.”

De ergernis bij de NLGO zit hem in het mooi weer spelen van LTO Noord (‘we zorgen goed voor de weidevogels’), het selectief putten uit rapporten (‘De laatste decennia zorgen roofdieren voor een grote vermindering van eieren en vogels. Deze waarneming wordt ondertussen door onderzoek ondersteund.’) , terwijl dat helemaal niet blijkt uit dat onderzoek (Boerenlandvogelbalans 2020, SOVON)). “En dan nu weer het niet willen horen van de feiten en op hoge toon eisen van openbare excuses van een vereniging die slechts constateert wat er werkelijk aan de gang is op Goeree-Overflakkee.”

Tot begin 2000 was de grutto een hele normale broedvogel op het eiland. “De vogels zijn gevlogen. Valt er te leven zonder de grutto? Tuurlijk, we doen het elke dag. Maar de grutto is als de bekende kanarie in de kolenmijn: grutto’s weg, alles weg. Geen insecten, verstoord bodemleven, geen kruiden, geen bloemen, geen kikkers, nauwelijks zoogdieren. En zo ligt het boerenland van Goeree-Overflakkee er momenteel bij. Akkerranden, patrijzenveldjes, het zijn doekjes voor het bloeden, letterlijk.”

De publicatie besluit: “Valt het de agrariërs te verwijten dat ze boeren zoals ze boeren? Nauwelijks. De marges zijn smal, de grondprijzen hoog, de druk vanuit de politiek steeds ongemakkelijker, de publieke opinie vijandig. Wij snappen ook wel, dat agrariërs dit niet doet om de natuur te vernielen, natuurlijk niet, wij menen dat hun handelen en bedrijfsvoering een voortvloeisel is van falend landbouwbeleid. Wij als NLGO zijn te allen tijde bereid om mee te praten over de uitdagingen waar agrariërs voor staan: over bodem en beheer, en over veranderingen, die goed zijn voor de boer en voor de natuur.”

Door: Maria Evers