Middelharnis - Op zaterdagavond 1 december om 20:00 uur hoopt organist Paul Kieviet in de Hervormde Kerk te Middelharnis te concerteren in een programma met uitsluitend Nederlandse Psalmcomposities uit de twintigste eeuw. Van een zestal (Bolt, Bijster, Zwart, Kee, Keijzer en Schuurman) toonaangevende orgelcomponisten uit de vorige eeuw worden werken uitgevoerd op het Fama-koororgel en het gerestaureerde Leeflang-hoofdorgel in deze kerk. Dit repertoire komt in Middelharnis’ Grote Kerk uitstekend tot zijn recht. Bijzonder is dat tijdens dit concert een groot werk wordt uitgevoerd dat na ruim zestig jaar voor het eerst wordt uitgegeven! U bent van harte welkom, de toegang is uw gift aan de uitgang. Lees hieronder meer.

Bolt, Bijster, Zwart, Kee, Keijzer en Schuurman
Het concert opent op het koororgel met Variaties over Psalm 75 van Klaas Bolt (1927-1990). Bolt, organist van de Grote of St. Bavokerk in Haarlem, was bekend als improvisator en orgeladviseur. Deze variaties – na Bolts overlijden genoteerd door Dick Koomans – werden oorspronkelijk geïmproviseerd op het orgel in de Hervormde Kerk te Oosthuizen. Dit kleine orgel – één van de oudste in Nederland – vraagt een passend repertoire. Als geen ander was Bolt in staat om bij het improviseren aan te sluiten bij de stijl van het instrument.

De Partite sopra “Laudate Dominum” (Psalm 146) van Jacob Bijster (1902-1958) zag het daglicht in september 2018 bij Boeijenga Music Publications te Leeuwarden. Tot twee maanden geleden was het werk vrijwel onbekend; meer dan 60 jaar bestond er niet meer van dan het originele handschrift van de componist. De partita ontstond in 1955, is opgedragen aan Jaap Dragt, één van Bijsters leerlingen. Het stuk bestaat uit tien delen: intrada, koraalzetting, bicinium, fughetta a 2, trio, dialoog, canonisch quadro, monoloog voor pedaalsolo, toccata en koraal in organo pleno. Bijster haakte aan bij de grote koraaltraditie van Johann Sebastian Bach, maar schreef dit imponerende werk in de stijl van zijn eigen tijd. Toen Bijster het werk uitvoerde tijdens een concert in de Grote of St. Bavokerk te Haarlem schreef een recensent: “Met de melodie van Psalm 146 als leidraad heeft de componist zijn compositorische vaardigheden en zijn contrapuntische bedrevenheid voortreffelijk aangewend om een aantal samenhangende bewerkingen op te bouwen, soms uitdrukking gevend aan een meditatieve verstilling, maar het meest toch aan hymnische geestdrift.” Jacob Bijster was één van de belangrijkste Nederlandse organisten van zijn tijd; hij was organist te Haarlem en doceerde aan het Amsterdamsch Conservatorium. Zijn bekendste orgelwerk wordt gevormd door de sterk romantische variaties over “Ick wil mij gaan vertroosten”.

Het Orgelkoraal over Psalm 91 van Jan Zwart (1877-1937) is binnen het nagelaten werk van Zwart opvallend vanwege zijn soberheid en eenvoud. Evenals bij Bolt werd ook dit werk postuum uitgegeven. Jan Zwart – organist van het Strümphler-orgel in de Hersteld Lutherse kerk te Amsterdam – heeft de Nederlandse orgelcultuur sterk beïnvloed door zijn romantische koraalkunst.

Een mooi contrast ontstaat nu door Den 91en Psalm van Zwarts leerling Cor Kee (1900-1997). Tijdens zijn lange leven maakte Kee als componist een hele ontwikkeling door. Een mijlpaal daarin vormen de drie delen Psalmen voor Orgel die verschenen in de jaren-’30 en –’40. Kee koos hier voor een aanmerkelijk moderner idioom dan hij van Zwart had meegekregen. Spannende muziek!

Arie J. Keijzer (geb. 1932), oud-organist van de kerk in Middelharnis, en later o.m. van De Doelen in Rotterdam en de Grote Kerk te Dordrecht, schreef een fraaie bewerking over Psalm 27. In vloeiende figuren klinkt solo de versierde Psalmmelodie, met een begeleiding in parallelle akkoorden.

Toccata, Trio en Fuga over Psalm 150 van Adriaan C. Schuurman (1904-1998) is, evenals het werk van Jacob Bijster, een topcompositie uit de neo-barokke Hollandse orgelkunst. Ontstaan in 1953, één jaar nadat het orgel van Middelharnis in gebruik genomen werd, is dit het instrument werkelijk op het lijf geschreven. De lofpsalm bij uitstek vindt hier een magistrale verklanking: “alles wat adem heeft…” De toccata is al even overrompelend als de intrada bij Bijster. Het trio wordt gekenmerkt door een levendige en weerbarstige ritmiek. De fuga is een subliem hoogtepunt van koraalkunst: Schuurman maakt gebruik van allerlei compositorische hoogstandjes: canon, omkering en vergroting van het koraalthema. Aan het eind bereikt de fuga een grandioze bekroning waarbij het hele orgel open gaat. Adriaan Schuurman was organist, onder meer in Amersfoort en Den Haag. Hij was een vooraanstaand kerkmusicus.

Paul Kieviet

Paul Kieviet studeerde aan het Rotterdams Conservatorum hoofdvak orgel (docerend musicus en uitvoerend musicus) bij Arie J. Keijzer en Bernard Winsemius, hoofdvak kerkmuziek bij Barend Schuurman en hoofdvak theorie der muziek bij Jan Kleinbussink, Peter-Jan Wagemans en Ludwig Otten. Als organist is hij verbonden aan de hervormde gemeenten Middelharnis en Sommelsdijk en de CGK te Middelharnis. Hij bouwde een uitgebreide en bloeiende lespraktijk op: vele leerlingen worden opgeleid tot kerkorganist en doen met succes mee aan regionale en nationale concoursen. Aan Muziekgebouw Goeree-Overflakkee geeft hij muziektheorie. In 1985 won Paul Kieviet het Nationaal Orgelconcours te Leiden. Improvisatie studeerde hij bij Arie J. Keijzer en aan de Internationale Zomeracademie in Haarlem bij Klaas Bolt. Paul Kieviet laat zich graag inspireren door de orgelkunst van Johann Sebastian Bach. D.V. in het voorjaar van 2019 zullen zijn twee nieuwste cd’s verschijnen, opgenomen op het Meere-orgel in Sommelsdijk: samenzang en improvisaties onder de titel Vox humana en literatuur onder het motto Van fluit traver tot carillon.