Bewegen verdient meer aandacht binnen kinderopvang

Regio - Bewegen moet meer aandacht krijgen bij kinderdagverblijven (KDV’s) en op de buitenschoolse opvang (BSO). Bijvoorbeeld in beleid, via scholing voor medewerkers of door samen te werken met andere organisaties. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut onder medewerkers van KDV’s en BSO’s. Lees meer >> >>vervolg Kinderen brengen tegenwoordig veel tijd door op het KDV of de BSO. Deze omgevingen bieden dan ook kansen om bewegen bij kinderen te stimuleren. Belangrijk dat opvanglocaties beleid rondom het thema bewegen hebben Om kinderen op de (buitenschoolse) kinderopvang te stimuleren (meer) te bewegen is het goed als het thema bewegen onderdeel is van het beleid van de kinderopvang. Het helpt ook als de medewerkers het beweegadvies voor 0 tot 4 jaar en de beweegrichtlijnen voor 4 tot 12 jaar kennen en weten hoe ze die kunnen toepassen. Iets meer dan de helft van de KDV- en BSO-vestingen hebben een visie op bewegen opgenomen in hun beleidsplan. Deze visie is vaak terug te zien in het beweegaanbod, dat bestaat uit zowel vrij spel als georganiseerde activiteiten. Dit beweegaanbod vindt meestal buiten plaats. (Bij)scholing voor medewerkers maakt meer bewegen makkelijker Medewerkers van KDV- en BSO-vestingen vinden het belangrijk dat hun vestiging beweegaanbod heeft. Het huidige beweegaanbod vinden ze vaak niet voldoende. Dit komt volgens hen onder andere door een gebrek aan bekwaamheid en enthousiasme onder collega’s. Het is daarom belangrijk om medewerkers van KDV- en BSO-vestingen beter te informeren, bij te scholen en te enthousiasmeren over het belang van bewegen bij kinderen. Samenwerking als oplossing voor gebrek aan personeel en ruimte Naast een gebrek aan kennis en vaardigheden noemen medewerkers van KDV- en BSO-vestigingen ook personeelstekort en gebrek aan ruimte als belangrijke redenen voor onvoldoende beweegaanbod. Samenwerkingen aangaan met partners in de gemeente of de sport- en beweegsector kan hierbij uitkomst bieden. Zo kan de hoeveelheid en kwaliteit van het beweegaanbod vergroot worden. Bron Mulier Instituut