Middelharnis - Op D.V. zaterdag 23 september 2017, ’s avonds om 20:00 uur, zal er in de Hervormde Kerk te Middelharnis een bijzonder orgelconcert worden gegeven. Musicus Paul Kieviet voert een programma uit dat in zijn geheel bestaat uit bewerkingen van liederen van Luther. Eén van de bijnamen van Luther was "De Wittenbergse nachtegaal". Juist nu in dit najaar in het kader van 500 jaar Reformatie Luther van veel kanten wordt belicht, is het van belang om ook aandacht te geven aan enkele van de 36 door hem gemaakte liederen. Lees hieronder meer.

Stuk voor stuk liederen die helemaal horen bij de rijke boodschap van de Reformatie. Liederen ook die door de eeuwen heen hebben bewezen een grote vitaliteit te bezitten. Zo zijn er vele prachtige orgelwerken op gecomponeerd door grote meesters als Bach, Buxtehude, Reger, Mendelssohn en Jan Zwart. Alle reden om een concertprogramma samen te stellen met een representatieve keuze uit vier eeuwen orgelkunst. En er is nog veel meer…

Uitgangspunt voor het programma zijn vier van de meest bekende Lutherliederen:
“Ein feste Burg ist unser Gott” (“Een vaste burcht is onze God”) – Een Psalmlied, gebaseerd op Psalm 46. Luther was zeer gehecht aan de Psalmen, en heeft er verscheidene berijmd. Al vanaf zijn jeugd was hij er mee vertrouwd: als jonge monnik zong hij elke dag mee in de getijden, waar ze een vaste plaats innamen, zodat ze voor hem tot de “dagelijkse kost” behoorden. In zijn berijming ging Luther vrij om met de oorspronkelijke tekst; hij gaf ze naar eigen keuze soms een meer nieuw-testamentische invulling. De originele melodie – ook van zijn hand – is ritmisch heel boeiend! Van “Ein feste Burg” hoort u, naast een koraalzetting uit één van de cantates van Bach, de schitterende bewerking met rijk versierde solostem van Dietrich Buxtehude, de “Fantasie over het Lutherlied” uit 1917 (ter gelegenheid van 400 jaar Reformatie) van Jan Zwart, en het machtige, polyfone eerste deel uit Cantate 80 “Ein feste Burg” (in een bewerking voor vier handen en pedaal door Euwe en Sybolt de Jong) van Johann Sebastian Bach. Twee van die vier handen zijn van Auke Kieviet.

“Aus tiefer Not schrei ich zu dir” (“Uit angst en nood stijgt mijn gebed”) – ook een Psalmlied, dit keer naar Psalm 130. Een van de zeven boetpsalmen, die Luther de beste van allemaal vond. In deze De profundis herkende hij zijn eigen geestelijke strijd. Ook hier is de melodie van Luther: aan het begin een treffende uitbeelding van de “Tiefe” van waaruit de Psalm wordt gezongen. Ze vormt een prachtige eenheid met de tekst. Na de inleidende koraalzetting van Bach klinken twee romantische werken: één van de 52 Choralvorspiele Opus 67 van Max Reger, de rooms-katholiek die zich verbaasde over de schoonheid van het reformatorische lied, en de Derde Sonate in A van Felix Mendelssohn-Bartholdy.

“Nun freut euch, lieben Christen g’mein” (“Verheugt u, christenen, tesaam!”) – Het meest “vertrouwelijke” lied van Luther, dat al heel snel via straatzangers, marskramers en markthandelaars (!) “als een bliksemschicht” door alle Duitse landen bekend werd. Puike reclame voor de zaak van de reformatie! Een persoonlijke geloofsbelijdenis in liedvorm, in de volkstaal, op een pakkende en opgewekte melodie (eveneens van Luther) over het geloof: dat was volkomen nieuw in 1523! Behalve het inleidende Bachkoraal wordt de uitgebreide en virtuoze koraalfantasie van Dietrich Buxtehude uitgevoerd, een topstuk uit de Noord-Duitse barok. Enkele jaren geleden ontdekten Duitse wetenschappers dit werk in het handschrift van de 14-jarige Johann Sebastian Bach.

“Vater unser im Himmelreich” – het Gebed des Heeren zoals wij dat kennen, oorspronkelijk door Luther (ook nu weer: tekst èn melodie) gemaakt bij de behandeling van het gebed in zijn eigen catechismus. De berijming heeft hem veel energie gekost: er is een handschrift van hem bewaard gebleven met doorhalingen. De schitterende melodie past uitstekend bij het gebedskarakter van de tekst. Na het Bachkoraal klinken de drie variaties van “onze” Jan Pieterszoon Sweelinck, de lieftallige en Händeliaanse bewerking van Georg Böhm, en het trio van de nog jeugdige Jan Zwart.

Wat hebben we mede aan Luther een geweldig stuk orgelkunst te danken!

Paul Kieviet studeerde aan het Rotterdams Conservatorium de hoofdvakken orgel (docerend musicus en uitvoerend musicus) bij Arie J. Keijzer en Bernard Winsemius, kerkmuziek bij Barend Schuurman en theorie der muziek bij Jan Kleinbussink, Peter-Jan Wagemans en Ludwig Otten. Als organist is hij verbonden aan de Hervormde Gemeenten Middelharnis en Sommelsdijk en de Christelijke Gereformeerde Kerk te Middelharnis. Hij bouwde een uitgebreide en bloeiende lespraktijk op; vele leerlingen werden en worden opgeleid tot kerkorganist of doen met succes mee aan regionale en nationale concoursen. Aan Muziekgebouw Goeree-Overflakkee geeft hij muziektheorie. In 1985 won hij het Nationaal Orgelconcours in Leiden. Improvisatie studeerde hij bij Arie J. Keijzer en aan de Internationale Zomeracademie te Haarlem bij Klaas Bolt. Paul Kieviet heeft een breed repertoire, en laat zich graag inspireren door de orgelkunst van Bach. Binnen afzienbare tijd verschijnen van hem twee nieuwe cd’s rond het Meere-orgel in Sommelsdijk: samenzang en improvisaties onder de titel Vox humana en literatuur onder het motto Van fluit traver tot carillon.

U bent van harte welkom! De toegang is uw gift aan de uitgang.